Woordslinger

In deze opdracht gaan leerlingen door middel van typografie en fotografie iets over zichzelf vertellen. Ze kiezen een woord of kort zinnetje dat op een of andere manier bij hen past en kiezen er een passend lettertype bij. Vervolgens werken ze de letters los van elkaar uit zodat er een slinger van gemaakt kan worden met op ieder vlaggetje een letter. De slinger hangen ze op een betekenisvolle plek en maken daar foto’s van. De beste foto leveren ze in.

Typografie vakjargon

Leerlingen maken gezamenlijk een naslagwerk maken over typografie. Iedere leerling doet onderzoek naar een eigen term over typografie en maakt hier een pagina mee voor in het naslagwerk. De pagina’s worden gemaakt in Indesign (of vergelijkbaar vormgevingsprogramma) en volgens een aantal vastgestelde vormgevingseisen en hetzelfde formaat. Uiteindelijk vormen alle pagina’s bij elkaar een naslagwerk over het vakjargon van typografie. 

Lettervormen en handlettering

Leerlingen onderzoeken verschillende lettervormen door ze met de hand te tekenen. De opdracht bestaat uit twee onderdelen: 

• Opdracht 1: Lettervormen 
• Opdracht 2: Handlettering 

Eerst wordt er geoefend met het tekenen van letters, vervolgens wordt er een lettertype gekozen waarin de leerling zijn/haar naam met de hand gaat schrijven. De bedoeling is om zoveel mogelijk het echte lettertype te benaderen en hierbij te letten op lijndikte, schreven en verhouding tussen de letters.  

In de tweede opdracht gaan leerlingen een zin of quote met de hand schrijven in verschillende gekozen lettertypen. Hierin moet de leerling ook nadenken over de compositie en het gebruik van versiering. 

Typografie introductie

Leerlingen maken een aantal korte opdrachten waarmee ze kennis maken met typografie en vormgeven op de computer. Hierbij worden belangrijke begrippen van typografie behandeld en door de leerling zichtbaar gemaakt. De opdracht bestaat uit een maakopdracht waarbij leerlingen in een vormgevingsprogramma op de computer werken (Indesign) en een onderzoeksopdracht waarbij leerlingen de betekenis van begrippen onderzoeken. Daarna maken leerlingen twee opdrachten waarbij zij de opgedane kennis van typografie inzetten om iets te maken voor een specifiek doel en doelgroep. 

Typografie in je buurt

Leerlingen doen in duo’s onderzoek naar verschillende lettergroepen en lettertypen in reclame-uitingen bij hun in de buurt. Eerst maken ze foto’s van typografie die zij op straat tegenkomen en vervolgens gaan ze dit analyseren op de computer. Tot slot verwerken zij van de genaakte foto’s en de gevonden informatie tot een sprekende collage. 

Lay-out magazine

Leerlingen ontwerpen een lay-out voor een magazine van 4 – 8 pagina’s. Ze bekijken voorbeelden en verzamelen content (plaatjes en tekst) voor in het magazine op internet. Ze maken eerste een duidelijke lay-out schets en werken deze digitaal uit in Indesign. Met de verzamelde content wordt het magazine vervolgens gevuld en afgemaakt. 

Huisstijl

Leerlingen maken aan de hand van een aantal korte opdrachten een eigen huisstijl. Hierin maken ze keuzes in kleurgebruik, lettertypes en vormgeving. Ze maken een eigen logo, visitekaartje en briefpapier. De opdracht start met een ideeën fase waarin de leerling het thema/uitgangspunt bepaalt. Daarna wordt een logo ontworpen en digitaal uitgewerkt. Dit logo wordt vervolgens gebruikt in de uitwerking van een visitekaartje en briefpapier.