Auteursrecht
Het auteursrecht is het recht van de maker om het werk uit te brengen, openbaar te maken of ergens voor te gebruiken. De maker bepaalt onder welke voorwaarden het werk wordt openbaar gemaakt, gedupliceerd en/of verkocht. Men betaalt de maker bijvoorbeeld om muziek of foto’s te gebruiken.
Transfer
Clips overzetten van een camera naar een opslagmedium soms met een conversie (verandering) van het bestandsformaat.
Trailer
Een trailer is een kort stukje van een film waarin wordt vermeld wat het product of evenement inhoudt. Vaak wordt een trailer ingezet als promotiemiddel, om alvast de interesse van de kijker op te wekken.
Statief
Een stabiel onderstel voor een camera, met inklapbare of inschuifbare poten. Meestal handig mee te dragen.
Spotten
Het bekijken van filmclips om te bepalen welke clips en delen je wilt gaan gebruiken.
Scherptediepte
Scherptediepte verwijst naar het gebied waarbinnen alles, van voor- tot achtergrond, scherp is. Hoe kleiner de diafragma-opening, hoe groter de scherptediepte. Hoe groter de diafragma-opening, hoe minder scherptediepte.
Locatie
Plek waar een of meer scènes worden opgenomen buiten de studio.
Lens/objectief
Het objectief is één van de belangrijkste onderdelen. Een ander woord voor objectief is lens. Het objectief zorgt ervoor dat het licht van buiten naar binnen in de camera kan komen. Er zijn verschillende soorten lenzen:Telelens: vergrotende lens met een kleine beeldhoek. Hierdoor kunnen onderwerpen op grote afstand beeldvullend in beeld komen.
Groothoeklens: verkleinende lens met grote beeldhoek. Een groothoekobjectief wordt onder andere gebruikt om totaal overzichten te laten zien.
Macrolens: de macrolens is een objectief waarmee kleine objecten worden vastgelegd op gelijk of groter formaat dan het object zelf.
Fisheyelens: een supergroothoeklens met een korte brandpuntsafstand. Op een fotocamera geeft de lens een grote beeldhoek. Het vervormde beeld is enigszins vergelijkbaar met het gereflecteerde beeld in een kerstbal.
Leader
Een kort filmpje of geluidsfragment aan het begin van een uitzending. Meestal wordt dit gebruikt om het programma of de acteurs te introduceren of de kijker in de juiste sfeer te brengen.
Figurant en acteur
De persoon die acteert voor de camera is de acteur. De persoon die meestal op de achtergrond komt en geen echte acteursrol heeft noem je een figurant.