Overgang van de ene naar de andere scène. In het Engels gebruik je het woord Cut. Veel professionele filmmakers gebruiken eenvoudige beeldovergangen en bijna geen effecten. Doe je dit wel, dan leidt je de aandacht af van de film zelf.
Er zijn verschillende soorten overgangen:
Jump-cut: hierbij zijn twee shots, die hetzelfde onderwerp laten zien, achter elkaar gemonteerd. De shots verschillen wel in tijd, dus ze maken een sprongetje (jump = sprong). En jump-cut zie je vak in documentaires en reportages.
Dissolve: hierbij laat je het ene shot in het andere overvloeien. Deze overgang wordt vaak gebruikt om een overgang wat zachter te maken.
Fade-in: je laat een shot langzaam vanuit een zwart of wit beeld tevoorschijn komen.
Fade-out: je laat een beeld langzaam verdwijnen.
Wipe: het lijkt alsof het tweede shot vanuit de zijkant in beeld komt en het vorige shot uit beeld te duwen.
© https://helpx.adobe.com/premiere-pro/using/transition-overview-applying-transitions.html