Direct geluid: geluid dat gelijk met de beeldopname is opgenomen.

Voice-over: vertelstem of commentaarstem. Bijvoorbeeld bij een film over het leven van wilde dieren. Het wordt ook gebruikt om een herinnering of gevoel bij de filmbeelden toe te lichten.

Effect geluid: geluiden die los worden opgenomen en later toegevoegd worden. Bijvoorbeeld het geluid van een tikkende klok.

Off-screen: Dit is als je in een film geluiden hoort, maar niet zien waar ze vandaan komen. Bijvoorbeeld: Je hoort iemand die (nog) niet in beeld is praten. Of de scène speelt zich in een tent af en buiten hoor je een beest langs de tent lopen.

Set noise: het omgevingsgeluid bij een opname. Bijvoorbeeld het geluid van zacht pratende mensen in een restaurant, van kwetterende vogels in het park, of van langsrijdende auto’s in de wijk.